zondag 19 mei 2013

Raar maar waar

Raar maar waar

In een overlijdensakte hoort het tijdstip van overlijden vermeld te worden. De vraag is: hoe nauwkeurig is dat tijdstip vermeld? Een onderzoek in het overlijdensregister van Tilburg van 1956 leerde het volgende. Als je de 1037 overlijdensakten mag geloven, overleden in 1956 in Tilburg de meeste mensen op het hele uur, het halve uur of om kwart vóór of om kwart over het uur. In nog geen 10 % van de gevallen overlijdt iemand om 5,10,20,25 etc tot 55 minuten over het uur en dan valt op, dat er meer mensen op vijftig minuten over het uur overlijden (16) dan om 25 minuten over het uur (5). Je zou verwachten dat het tijdstip van overlijden (op 5 minuten nauwkeurig) normaal over het uur is verdeeld. In twee gevallen overlijden mensen om 2 minuten over het uur, maar ik vermoed dat het hier om schrijffouten gaat (uren en minuten zijn verwisseld):


Conclusie: Het vermelde tijdstip van overlijden in een overlijdensakte dient met een flinke korrel zout genomen te worden.
En er is nog meer aan de hand met het overlijdensregister van Tilburg van 1956. Het gaat om twee gevallen van aangifte van overlijden van doodgeboren kinderen, die na beschikkingen van de arrondissementsrechtbank van Breda zijn doorgehaald.
De eerste akte betreft het doodgeboren kind van Johannes Carolus Adrianus van Dijk en Anna Adriana Haans dat op 8 oktober 1956 om 7 uur 50 minuten is geboren. De vader van het kind heeft nog op dezelfde dag aangifte gedaan:


Blijkens beschikking van de arrondissementsrechtbank te Breda van 7 december 1956 is deze akte op 11 februari 1957 doorgehaald. Hoe men erachter gekomen is, dat de akte doorgehaald moest worden, is niet bekend en daar zullen we ook niet snel achter komen, omdat de archieven van de rechtbank nog niet openbaar zijn.


De tweede akte betreft het doodgeboren kind van Adrianus Boudewijns en Antonia Maria Petronella Bergmans dat op 25 juni 1956 om drie uur nul minuten is geboren. Ook deze akte is bij beschikking van de arrondissementsrechtbank doorgehaald:



Maar hier is meer aan de hand: De volgende akte in het overlijdensregister vermeldt dat op 25 juni 1956 om 12 uur nul minuten is overleden: Antonetta Gerarda Godefrida Boudewijns, oud negen uur, geboren te Dongen(!), dochter van dezelfde ouders als het genoemde doodgeboren kind:


Hier is het duidelijk dat er iets niets klopte: het is biologisch niet mogelijk, dat eenzelfde moeder op 25 juni 1956 te Dongen om 3 uur bevalt van een levend geboren kind en op dezelfde dag op hetzelfde tijdstip te Tilburg van een doodgeboren kind.  Als er geen doorhaling had plaatsgevonden, zou het volgende gebeurd kunnen zijn. Mevrouw Boudewijns bevalt in Dongen van een levend geboren kind, er doen zich complicaties voor bij de geboorte en moeder en kind worden zeer snel naar het ziekenhuis in Tilburg vervoerd. Enkele uren na aankomst in Tilburg overlijdt het kind en bevalt de moeder van een doodgeboren kind. Dan zou er sprake zijn geweest van een tweeling waarvan het ene kind in Dongen is geboren en het andere in Tilburg. Dat zou in theorie mogelijk zijn geweest, het tijdstip van geboorte van de beide kinderen kan dan niet hetzelfde zijn geweest, maar dat valt te verklaren door aan te nemen dat de vermelde overlijdenstijdstippen niet juist zijn.
De akte van het doodgeboren kind is echter wél doorgehaald. De beide akten zijn in ieder geval na elkaar ingeschreven, maar er valt niet na te gaan, of de vader de beide aangiften gelijktijdig heeft gedaan, er staan nl. geen tijdstippen van aangifte in de akte. Pas vier maanden na de aangifte is men er achter gekomen dat er ten onrechte aangifte is gedaan van de geboorte van een doodgeboren kind. Ook hier luidt de vraag: hoe is men erachter gekomen, dat er een foutieve aangifte heeft plaatsgehad?

2 opmerkingen:

Chris van Dijkum zei

ad 1. de akte betreft het doodgeboren kind van Johannes Carolus Adrianus van Dijk en Anna Adriana Haans. Het kind is niet in Tilburg doodgeboren (zie doorhaling goedgekeurd door aangever en ambtenaar van de burgerlijke stand bij de aangifte). Dus de akte hoort niet thuis in het doodsregister van Tilburg.

ad 2. de akte betreft het doodgeboren kind van Adrianus Boudewijns en Antonia Maria Petronella Bergmans. Het kind is niet in Tilburg doodgeboren (zie doorhaling goedgekeurd door aangever en ambtenaar van de burgerlijke stand bij de aangifte). Dus de akte hoort niet thuis in het doodsregister van Tilburg.

ad 3. de akte betreft het overlijden van het levendgeboren kind van Adrianus Boudewijns en Antonia Maria Petronella Bergmans. Het kind is geboren te Dongen en overleden te Tilburg.

De dubbelen van deze aktes zijn na 1 januari van het volgend jaar overhandigd aan de arrondissementsrechtbank te Breda en door de officier van justitie, belast met de controle, aan de rechtbank voorgedragen voor doorhaling in het doodsregister van Tilburg en voor registratie in het doodsregister van de juiste plaats van overlijden. Een flinke fout van de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Theo van Herwijnen zei

Chris,

De doorhalingen hebben plaatsgehad omdat er geen sprake is van een overlijdensakte, maar slechts van aangifte van een doodgeboren kind. Het kán geen overlijdensakte zijn, omdat er dan een geboorteakte bij hoort, immers: iemand die niet geboren is, kan ook niet overlijden. De beide bevallingen van doodgeboren kinderen hebben wel degelijk in Tilburg plaatsgevonden, als het in een andere gemeente zou zijn gebeurd, had de aangifte in die gemeente plaatsgehad. Ik ben het met je eens dat de akten eigenlijk niet in het overlijdensregister thuishoren, vroeger in de 19e eeuw waren er soms speciale registers voor aangifte van doodgeboren kinderen, maar meestal werden deze kinderen in het overlijdensregister ingeschreven en een enkele maal in het geboorteregister. In het overlijdensregister van Tilburg 1956 komen overigens meedere akten van aangifte van doodgeboren kinderen voor en die zijn niet doorgehaald.