vrijdag 7 november 2014

Het leven van een Tilburgse KNIL militair: Gerard Verheijden

Natuurlijke zoon
Gerard Verheijden werd in Tilburg geboren op 6 maart 1897, natuurlijke zoon van Josephina Backx.  Zijn moeder was niet gehuwd, de vroedvrouw deed aangifte. Hij werd pas gewettigd door het huwelijk van zijn moeder met Gerrit Verheijden in juni 1901. Tot die tijd heette hij Gerard Backx. Het lijkt niet aannemelijk dat de naamgever Gerrit Verheijden zijn biologische vader was.  Zijn latere vader Verheijden trouwde een jaar na de geboorte van Gerard in 1898 met een andere vrouw, Johanna Kantelberg. Johanna zou in 1899 al overlijden. Ze was toen 63 jaar, een opvallend leeftijdsverschil, de weduwnaar telde slechts 35 jaar. Na de dood van Johanna Kantelberg vertrekt Gerrit Verheijden voor een jaar naar Duitsland. Gerrit Verheijden was metselaar van beroep en werd in Son en Breugel geboren.

Het eerst geboren zoontje uit het huwelijk van Gerrit Verheijden en Josephina Backx, Lambert sterft na enkele maanden. Hierna zouden nog Louise, Andreas, Marcelis, Joanna, Elisabeth, Josephina en ook een Gerard geboren worden.  Zoals in die tijd gebruikelijk was, trekt (schoon)moeder Johanna Backx bij het gezin in de Ververstraat in.
Bij de KNIL op Java en krijgsgevangene
Op 22 jarige leeftijd vertrekt Gerard naar een militaire kazerne in Nijmegen. Twee jaar later scheept hij in als KNIL militair naar Nederlands-Indië. Als fuselier werd hij ingedeeld bij het veertiende bataljon te Buitenzorg, nu Bogor. 
Hij trouwt op 26 maart 1924 met Njo Konok, geboren in de dessa Pameunstasan.Vijf kinderen worden geboren, Frans (1922), Josephina (1925), Leen (1929), Gerard (1931) en Wilma (1935). Een dochter Josephina, genoemd naar zijn moeder, overlijdt op 16 jarige leeftijd in Bandung.

Het echtpaar verhuist een aantal keer op Java: in 1926 naar Bandung, in 1927/1928 naar de garnizoensplaats Cimahi, 1934 Magelang, 1935 wederom Bandung. Rond 1940 was Gerard Verheijden werkzaam als kok op het militair vliegveld Tjilititan van Batavia, nu Jakarta.
Maart 1942 tot augustus 1945 is een tijd van grote zorgen. Gerard Verheijden verblijft zonder vrouw en kinderen in een jappenkamp. Na de bevrijding mag het gezin in 1946 voor half jaar naar Nederland en na terugkeer wordt hij geplaatst in Soerabaja. Gerard treedt na zijn pensionering in dienst bij de N.V. Droogdok Maatschappij in dienst als portier.


Terugkeer naar Nederland

Midden in de wederopbouw keerde het gezin in 1951 met het schip Sibajak terug naar Nederland. In de koude januarimaand kwamen Gerard, Nonja en de vier kinderen aan. Het was hier geen vetpot, de koffie bleef tot 1952 op de bon. Er heerste woningnood.  Het gezin wordt gehuisvest in diverse contractpensions in Oisterwijk: De Staalberg, Hof van Brabant, Kerkhof en Esseven. Naderhand worden de kosten voor het 2 jarig verblijf in die pensions, te weten 10.186,93 gulden, door het departement voor Maatschappelijk Werk in rekening gebracht. Gerard vindt werk als magazijnknecht bij het vliegveld in Gilze en Rijen. En dan eindelijk eind oktober 1953 krijgt het gezin een eigen woning aan de van Speijkstraat nr. 26. Op 63 jarige leeftijd neemt hij ook de zorg op zich voor zijn twee kleinkinderen.

Gerard Verheijden zou op 8 februari 1969 overlijden in het verzorgingstehuis Sint Elisabeth  in Goirle en werd in zijn geboorteplaats Tilburg begraven. Zijn  weduwe Njo Konok stierf in het ziekenhuis in 1970. Ze heeft zich in Nederland nooit thuis gevoeld.


Archief (1588)
Alle kinderen van Gerard en Njo Verheijden zijn gestorven. Schoonzoon dhr. Lens, inmiddels 84 jaar, bracht het album met al de egodocumenten van Gerard Verheijden naar het Regionaal Archief Tilburg. Het archief geeft een beeld van een tijd dat de verzorgingstaat nog niet bestond en dat is feitelijk nog niet zo lang geleden.

Verdieping

Hetty Naaijkens-Retel Helmrich heeft in 2008 een documentaire gemaakt over de contractpensions - Djangan Loepah!

Trailer op YouTube.

Link naar website contractpensions.



Geen opmerkingen: